Doe-woorden

Is this your test? Login to manage it. If not, you can generate a quiz just like it.

This is a non-interactive preview of the quiz content.

1.
2 points
Wat is een doe-woord?
2.
1 point
Fleur zit rustig in de klas.
3.
1 point
Kris en Levi hebben hun werk netjes in orde.
4.
1 point
Marvin wil graag een nieuwe fiets voor zijn verjaardag.
5.
1 point
Merijn en zijn broer lezen graag boeken.
6.
1 point
Soms zitten er meer doe-woorden in 1 zin. Let dus goed op.
Klik alle doewoorden aan.

De zin:
Gisteren hebben Yousef en Thomas samen buiten gespeeld.
7.
1 point
Naomi is een tweeling samen met Thirza.
8.
1 point
Roos kwam thuis en Julie was er ook.
9.
1 point
Jelmar wil later uitvinder worden.
10.
1 point
Menno viert op 1 september dat hij geboren is.
11.
1 point
Owen kan goed rekenen.
12.
1 point
Jonet wil graag goede cijfers halen voor topografie.
13.
1 point
Lara zal altijd goed haar best blijven doen.
14.
1 point
Nu jij! Typ alle doe-woorden in de zin. Zijn het er meer, zet er dan een streepje tussen. Dus zo: typ-zijn-zet (geen spaties).

De zin:
Noah heeft met zijn hond gespeeld.
15.
1 point
Daniëlle zit met nog zeven andere kinderen in de leerlingenraad.
16.
1 point
Als Zoë wakker wordt, gaat ze eerst tanden poetsen.
17.
1 point
Noëlle heeft op karate gezeten.
18.
1 point
Nu jij!
Verzin zelf 5 zinnen, schrijf ze in je schrift en kleur het doe-woord (werkwoord) geel.