Elektriciteit

Is this your test? Login to manage it. If not, you can create an exam just like it.

This is a non-interactive preview of the quiz content.

1.
1 point
Op het CML hebben we 25 smartboarden die allemaal 400 W per lesuur gebruiken. Hoeveel kWh wordt er per week in totaal gebruikt als er draaglijks 6 uur lesgegeven wordt?
2.
1 point
Lampjes kunnen op 2 manieren worden aangesloten op een 4,5 V batterij. Branden de lampjes feller in een serieschakeling of in een parallel schakeling?
3.
1 point
Welk schakelschema onderdeel heeft als symbool 2 verticale streepjes van verschillende lengte?
4.
1 point
Een stopcontact geeft gelijkstroom aan alle elektrische apparaten
5.
1 point
Hoe sluit je een Amperemeter en Voltmeter correct aan? Een Amperemeter plaats je _________ en een Voltmeter _______ t.o.v. een lampje.
6.
1 point
De totale stroomsterkte van een batterij is 1,2 A. Er worden 3 gelijke lampjes parallel aangesloten en we willen meten hoe groot de stroomsterkte door 1 lampje is. Welke stand van de Amperemeter kun je het beste gebruiken?
7.
1 point
Er zitten 25 leerlingen in een klas en ze laden allemaal tegelijk hun laptop op. Elke oplader gebruikt 2 A. Hoeveel groepen van 20 A heb je nodig om geen kortsluiting te krijgen?
8.
1 point
Op een elektrische bel staat: (4,5 V; 0,5 A). Bereken het vermogen van deze bel.
9.
1 point
Youssef wil het vermogen van zijn tv bepalen. Hij schakelt alle elektrische apparaten in huis uit en kijkt vervolgens de hele ochtend (4 uur) tv. Hij leest de kWh-meter voor en na het kijken af.
Beginstand: 4573,6 kWh
Eindstand: 4575,2 kWh
Wat is het vermogen van de tv?
10.
1 point
Welke deeltjes zorgen ervoor dat er stroom door een elektriciteitsdraad loopt?
11.
1 point
Er zijn 3 lampjes in serie geschakeld, waarvan 1 een 2x zo grote weerstand hebben. De totale stroomsterkte is 8 A. Hoe groot is de stroomsterkte door het lampje met de hogere weerstand?
12.
1 point
Een elektrisch circuit met 2 schakelaars noemen we een hotelschakeling
13.
1 point
Het symbool van spanning is:
14.
1 point
In een parallel schakeling zijn de stroomsterktes door de 2 lampjes respectievelijk 3 A en 5 A. Hoe groot is de totale stroomsterkte?
15.
1 point
Hoeveel energie verbruikt een 2000 W elektrische kachel als die 3 uur aanstaat?
16.
1 point
Een stofzuiger van 700 W verbruikt per jaar 42 kWh. Hoeveel uur staat die stofzuiger per maand aan?
17.
1 point
Reken om: 0,3 A = ...... mA
18.
1 point
In een reclamefolder van een elektrische kachel staat dat er 2 warmtestanden zijn: 1000 W en 2000 W. In welke stand is de stroomsterkte het grootst?
19.
1 point
Schrijf de volgende formule om: I = Q/t in Q = ....
20.
1 point
Welk schakelschema onderdeel heeft als symbool een rondje met een kruis erin?
21.
1 point
Er zijn 3 gelijke lampjes parallel geschakeld. De totale stroomsterkte is 9 A. Hoe groot is de stroomsterkte door 1 lampje?
22.
1 point
In een parallel schakeling zijn de stroomsterktes door de 2 lampjes respectievelijk 3 A en 5 A. Welk lampje heeft de grootste weerstand?
23.
1 point
In een parallel schakeling zijn de stroomsterktes door de 2 lampjes respectievelijk 3 A en 5 A. Over welk lampje is de spanning het grootst?
24.
1 point
Hoe groot is spanning die over een 5 W spaarlamp staat?
25.
1 point
Als Ineke wordt opgeladen, gaan haar haren overeind staan. Welke van de volgende uitspraken is waar:
26.
1 point
Elektronen stromen van de - pool naar de + pool
27.
1 point
Er zijn 3 lampjes parallel geschakeld, waarvan 1 een 2x zo grote weerstand hebben. De stroomsterkte door de 2 'normale' lampjes is 4 A. Hoe groot is de stroomsterkte door het lampje met de hogere weerstand?
28.
1 point
Reken om: 50 kV = ...... V
29.
1 point
Er zijn 3 gelijke lampjes in serie geschakeld. De totale stroomsterkte is 9 A. Hoe groot is de stroomsterkte door 1 lampje?
30.
1 point
Als je 4 batterijen van 4,5 V in serie aansluit, hoe groot is dan de totale spanning?
31.
1 point
Het symbool van vermogen is:
32.
1 point
Zijn bij je thuis de lampen in de woonkamer in serie of parallel geschakeld?
33.
1 point
Je kunt batterijen op verschillende manieren in serie zetten. Hoe groot is de totale spanning als je vier 1,5 V batterijen telkens met de + aan de - aansluit? En hoe groot is de spanning als je 1x per ongeluk 2 + polen aan elkaar zet?
34.
1 point
Schrijf de volgende formule om: P = I * V in V = ....
35.
1 point
In een reclamefolder van een elektrische kachel staat dat er 2 warmtestanden zijn: 1000 W en 2000 W. In welke stand is de weerstand het grootst?
36.
2 points
Een energiecentrale produceert 500 GJ per week. Hoeveel huizen die allemaal 5 MJ per dag gebruiken kunnen worden voorzien van stroom?
37.
1 point
De eenheid van spanning is:
38.
1 point
Hoe groot is stroomsterkte die door een 5 W spaarlamp gaat?