Nieuwe media en het schoolvak Nederlands

Is this your test? Login to manage it. If not, you can create an assessment just like it.

This is a non-interactive preview of the quiz content.

1.
Wat betekent de afkorting BYOD?
2.
Is de volgende stelling juist of onjuist? Flipping the classroom is eigenlijk niets anders dan het opnemen van filmpjes met uitleg die leerlingen thuis kunnen kijken.
3.
Bij de huidige generatie van ‘digital natives’ is digitale geletterdheid nog nauwelijks een probleem.
4.
Er zijn een aantal zaken waarop web 2.0-toepassingen zich onderscheiden van gewone webtoepassingen. Een van die zaken is dat gebruikers zelf actief zijn en dat kan op verschillende manieren. Op welke manier is een gebruiker actief die één van zijn breakdancefilmjes op z'n YouTubekanaal zet?
5.
Leerlingen die Facebook en Twitter gebruiken om reclame te maken voor een schoolfeest zijn bezig met:
6.
Welke stap ontbreekt er in het onderstaande model voor leren van informatievaardigheden? Tip: Brand-Gruwel besteedt hier vrij uitgebreid aandacht aan.

Definiëren onderzoeksvragen
Zoeken naar bronnen
Selecteren van bronnen
Verwerken van informatie
Presenteren van informatie

7.
De docent Nederlands leert leerlingen in een les zakelijk schrijven hoe ze de spellingcontrole in Word kunnen gebruiken. Ook demonstreert hij hoe ze synoniemen in Word kunnen opzoeken en hoe ze koppen kunnen maken. Deze docent heeft in deze les aandacht voor:
8.
Er zijn diverse verschillen tussen het zoeken naar informatie van experts en van mensen zonder veel expertise. Welke van de onderstaande stellingen is juist? Je mag meerdere antwoorden kiezen.
9.
Noteer of de volgende stelling juist of onjuist is. Als gaming je leven ingrijpend beïnvloedt en het bijvoorbeeld en het bijvoorbeeld invloed heeft op eten, slapen en schoolprestaties spreken we van een internet- of gameverslaving.
10.
Geef aan of de onderstaande stelling juist is. Je epistemologische opvatting speelt een belangrijke rol bij het vinden en selecteren van de juiste informatie.
11.
Wat betekent de afkorting MOOC?
12.
Als je een discussie houdt met leerlingen over de vraag welke dingen je wel en niet twittert, ben je bezig met:
13.
Geef aan of de onderstaande definitie van het begrip mediawijsheid correct is.
Mediawijsheid is de kennis, houding en vaardigheden om op correcte wijze met media om te gaan, voor het eigen welzijn en de persoonlijke ontwikkeling die nodig zijn om te kunnen functioneren als volwaardig democratisch burger van de 21e eeuw.

14.
Welk begrip past het minst goed in het onderstaande rijtje?

LPL
Adaptief onderwijs
Gepersonaliseerd leren
Digitale geletterdheid
1:1-onderwijs


15.
Als je tijdens een les jeugdliteratuur het boek Webcamgirls van Theo & Marianne Hoogstraaten onder de aandacht brengt en een klassengesprek houdt over chatten met mensen die je niet persoonlijk kent, ben je bezig met:
16.
Vanaf 2014 moeten alle studenten aan een lerarenopleiding aan het eind van hun opleiding een kennisbasistoets ICT maken om aan te tonen dat ze ICT-bekwaam zijn.
17.
Welke uitspraken passen niet bij een mediawijze docent? Je kunt er meer kiezen.
18.
Het is belangrijk dat de docent Nederlands zijn leerlingen leert om de informatie die ze vinden op internet te gebruiken om tot een eigen stuk te komen. Welke hoofdregel zou je daarvoor volgens onderzoek moeten gebruiken?
19.
Geef aan welke stellingen over mediawijsheid en beleid juist zijn. Je kunt meerdere stellingen kiezen.
20.
Een docent die zijn leerlingen niet alleen klassikaal opdrachten uit Op Niveau laat maken, maar ook een filmpje van Huiswerk.tv over de persoonsvorm laat zien, heeft zijn onderwijs op een adaptieve manier ingericht.