Inburgeringstest

Is this your test? Login to manage it. If not, you can build an assessment just like it.

This is a non-interactive preview of the quiz content.

1.
1 point
Welke traditie is in de vorige eeuw ontstaan?
2.
1 point
Een collega van u gaat trouwen. Ze geeft een klein feest.
U bent niet uitgenodigd maar u wilt wel iets doen. Wat doet u?
3.
1 point
Het is nieuwjaarsdag. Tijdens de jaarwisseling hebben u en uw buren vuurwerk afgestoken. Er ligt nu veel rotzooi op straat. Wat doet u?
4.
1 point
Uw 17-jarige dochter is geslaagd voor haar havo-examen. Zij geeft vanavond een feestje in uw huis. Hoe zorgt u dat er geen problemen met de buren komen?
5.
1 point
Bij de buren van drie huizen verderop staat ineens een houten ooievaar in de tuin.
Zij hebben daar dus een kindje gekregen. Het zijn aardige mensen die u altijd groet. Wat kunt u het beste als eerste doen?
6.
1 point
U maakt uw pan schoon en wilt het vet weggooien. U gebruikt altijd vloeibaar frituurvet. Wat moet u met het frituurvet doen?
7.
1 point
Uw koophuis is door brand verwoest. U wilt het huis opnieuw bouwen.
Welke verzekering betaalt dat?
8.
1 point
Uw kind vindt het leuk op school. Het gaat ook goed met leren. U hebt het hele jaar nog geen gesprek gehad met de leerkracht van uw kind.
Wat doet u?
9.
1 point
U bent, of uw partner is, zwanger. Wanneer moet u/zij voor het eerst naar het spreekuur bij de verloskundige?
10.
1 point
Uw moeder van 78 jaar kan niet meer zo goed voor zichzelf zorgen. Zij wil graag hulp, maar wil wel in haar eigen huis blijven wonen. Wie moet u eerst bellen?
11.
1 point
Wat of wie herdenken wij op 4 mei?
12.
1 point
Hoe lang doet u er ongeveer over om met de trein, zonder vertraging, van Amsterdam naar Enschede te reizen?
13.
1 point
Wat is actief kiesrecht?
14.
1 point
Koning Willem-Alexander heeft, als staatshoofd, diverse taken.
Welke van de onderstaande taken voert de koning uit?
15.
1 point
Een rechter heeft een inbreker veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf en gevangenhouding bevolen. Die inbreker is het hier niet mee eens.
Wat moet hij in ieder geval doen?
16.
1 point
U ziet een ongeluk. Door het ongeluk is er een file. De politie regelt het verkeer.
Wat moet u doen?
17.
1 point
U moet naar de dokter. U moet vanmiddag eerder weg.
Wat kunt u het beste doen?
18.
1 point
U heeft pijn in uw maag en wilt een dokter bellen. Maar in het weekend is uw huisarts er niet. Wie kunt u het beste bellen?
19.
1 point
Iemand vraagt aan u waarom Nederland lid is van de Europese Unie.
Wat kunt u het beste zeggen?
20.
1 point
Iemand vraagt aan u wat het bestuur van de provincie doet.
Wat kunt u het beste zeggen?
21.
1 point
U komt een bekende tegen. Ze vraagt of u een keer koffie komt drinken. Dat vindt u ook leuk. Wat kunt u het beste doen?
22.
1 point
U ruikt een gaslucht in uw huurwoning. Wat moet u dan doen?
23.
1 point
U bent werkloos en u besluit een winkel te beginnen. Waar moet u die winkel dan laten registreren?
24.
1 point
Waarom is Willem van Oranje heel belangrijk geweest voor Nederland?
25.
1 point
U komt 's avonds laat thuis. Als u binnenkomt ziet u dat iemand in uw huis heeft ingebroken. Wat moet u dan als eerste doen?