samenwerken

1.

1 point

Welke uitspraak is juist?

Stelling I Lastig gedrag zegt iets over jezelf en de ander.

Stelling II Lastig gedrag zegt iets over de ander.

Stelling I is juist en stelling II is onjuist

Stelling I is onjuist en stelling II is juist

Stelling I en stelling II zijn juist

Stelling I en stelling II zijn onjuist

2.

1 point

Je collega vertoont gedrag waar jij last van hebt. Wat kun je het beste als eerste doen?

Vragen stellen

Tijdens het werkoverleg bespreken.

Er met collega's over praten

Conclusies verbinden aan zijn gedrag

3.

1 point

Wat betekent de uitspraak: 'Een samenwerking is nooit af'?

Je bereikt met samenwerken nooit wat je wilt bereiken

Je moet aan de samenwerking blijven werken.

Je kunt je doel alleen bereiken als je samenwerkt.

Samenwerken is zinloos.

4.

1 point

Als je samenwerkt, is het goed om te evalueren. Op welke momenten evalueer je?

Aan het eind

Als je hier behoefte aan hebt

Tijdens de samenwerking

Tijdens de samenwerking en aan het eind

5.

1 point

Wanneer is de kans groot dat je goed met iemand kunt samenwerken?

Als de ander je zegt wat je moet doen.

Als je in grote lijnen dezelfde standpunten hebt.

Als de persoonlijkheden met elkaar botsen.

Als je verschillende prioriteiten hebt.

6.

1 point

Wanneer kun je de taken binnen je groep verdelen?

Als duidelijk is wat er gedaan moet worden.

Zodra je de opdracht krijgt.

Je verdeelt geen taken. Je doet alles samen met de groep.

Als niemand zin heeft om de opdracht alleen te doen.

7.

1 point

Welke uitspraak is juist?

Stelling I Feedback krijgen betekent dat de ander jou aanspreekt op je gedrag.

Stelling II Feedback geven betekent dat je zegt wat je van de persoon vindt.

Stelling I is onjuist en stelling II is juist

Stelling I is juist en stelling II is onjuist

Stelling I en stelling II zijn onjuist

Stelling I en stelling II zijn juist

8.

1 point

In welke fase van het samenwerken ga je brainstormen?

Bij de evaluatie na afloop.

Voordat je de opdracht krijgt.

Als je aan de opdracht gaat beginnen.

Tijdens de tussentijdse evaluatie.

9.

1 point

Welke uitspraak is juist?

Stelling I Brainstormen betekent dat je opschrijft wat in je opkomt.
Stelling 11 Brainstormen betekent dat je lang nadenkt over een onderwerp.

Stelling I en stelling II zijn onjuist

Stelling I is onjuist en stelling II is juist

Stelling I is juist en stelling II is onjuist

Stelling I en stelling II zijn juist

10.

1 point

De kwaliteit van Tanja is dat ze nieuwsgierig is en dat ze graag nieuwe dingen uitprobeert. Waar zal ze allergisch voor zijn?

Voorspelbaarheid

Arrogantie

Saaiheid

Geslotenheid

11.

1 point

Kwaliteiten van samenwerken kunnen ook een valkuil zijn. Waarom?

Omdat je ergens nooit heel goed in kan zijn.

Omdat er altijd nadelen kleven aan jouw kwaliteit.

Omdat je door kan schieten in je kwaliteit.

Omdat je je kan ontwikkelen.